De zin van chakra’s

Lieve lezer(es), ik kan bijna geen yogaschool meer vinden waar men niet spreekt over of werkt met de chakra’s. Je kunt ze opwekken, laten roteren, open laten gaan en ga zo maar door. Omdat de uitleg over chakra’s in de beschikbare literatuur overvloedig is, ga ik dat hier niet nog eens dunnetjes overdoen. Mijn enige toevoeging is dat het werken met chakra’s in de Nieuwe Tijd voor geestelijke blokkades kan zorgen. De zeven zogenoemde chakra’s (‘wielen’) zouden zeer lang geleden in de primitieve mens als zenuw- c.q. krachtcentra hun functie gehad hebben teneinde de evolutie in de stof te stuwen. De mens was uiteindelijk het enige ‘dier’ dat zich daadwerkelijk oprichtte, ook in psychische zin. Het gewervelde dier loopt nog rond met zijn wervelkolom evenwijdig aan de Aarde, de mens niet meer. Zijn wervelkolom ontspruit áán de Aarde maar richt zich óp de hemel.

Binnen de esoterische Hindoecultuur worden de yuga’s besproken: kosmische tijdperken, vergelijkbaar met onze Westerse tijdperken zoals Stier, Vissen en Waterman (Aquarius). Wij zouden nu staan aan de rand van Vissen en Waterman, of -  in Hindoetermen -  van Kaliyuga en Dvaparayuga. De chakra’s dienden om de mens in de stof te doen evolueren. Hij zou zijn oorsprong immers hebben in het Satyayuga, het zogenaamde Lichtrijk, het vaderhuis. Hij viel de stof in en moest zich daar zien te handhaven. Miljoenen jaren van evolutie gingen voorbij. Nu de Waterman, de Aquarius, langzaam in zicht komt, dient de mens zijn oude en fossiele instrumenten los te laten. Deze zullen de overgang naar de Nieuwe Tijd alleen maar vertragen en blokkeren.

Wie pogingen doet om zijn of haar chakra’s te doen openen, roteren, balanceren, ‘schoon’ te maken of te activeren verspreid daarmee een fossiele energie die zelfs aangenaam kan voelen. Dat komt omdat die energie prakritisch van aard is, van het woord prakriti hetgeen staat voor de door het ego ervaarbare natuur. Alle natuurwezenlijke elementen in deze natuur, van mineraal tot en met mens, kunnen alleen maar leven door de dood van een ander natuurelement. Daarom is dit de doodsnatuur, de prakriti. Het is je bekend dat van het hier gezegde het tegendeel juist gepromoot wordt.

Yogascholen of andere chakra-enthousiastelingen willen je graag leren hóe je allerlei ‘goede’ dingen met je chakra’s kan doen. Zij beweren ook dat al je gezondheidsproblemen te wijten zijn aan een of meer vervuilde, gesloten  of ongebalanceerde chakra’s. Al deze beweringen zijn te verklaren uit de aard van deze tijd van verandering. Nu de dvaparayuga ofwel het aquarius-tijdperk voor de deur staat, wordt een groot aantal mensenzielen in staat gesteld om zich innerlijk los te weken van de prakriti omdat zij zich vervuld weten van de purusha uit de devachan, het Lichtrijk.

Het is natuurwetmatig dan volkomen begrijpelijk dat de prakritische krachten zich daartegen verzetten. Dat verzet manifesteert zich niet met allerlei argumenten of met tegenkrachten maar met imitatie. De mens in zijn avidya (gebrek aan onderscheidingsvermogen) immers is supergevoelig voor elke verleiding die het ik bevredigt. Om die reden meent ook de meest oprechte fake yogi/yogini dat hij of zij het bij het rechte eind heeft en de volgelingen bewijzen dat door met grote getale te volgen.

Het zijn echter prakritische krachten die nog trachten te halen wat er te halen valt in deze tijd van verandering. Het is ook zeker níet eenvoudig om deze krachten te weerstaan. Sommigen vertonen de meest mooie acrobatische kunsten op een podium die ongetwijfeld indrukwekkend zijn. Er worden mudra’s (handbewegingen) ten toon gespreid die zogenaamd bepaalde mystieke waarden hebben, er worden rustgevende mantra’s herhaald die uiteindelijk een drogerend (c.q. psychedelisch) effect hebben (en daarmee verslavend kunnen werken). Kortom: de prakriti laat het er niet op zitten. En we moeten eerlijk zeggen: haar winst is groot want de overgrote meerderheid der mensen kiest voor de fake. Van de velen die geroepen zijn, zijn er maar weinig uitverkoren.

Maar goed, de terugweg naar het Lichtrijk, het Vaderhuis, de Samâdhi zoals Patâñjali dat uitlegt, wordt begaanbaar wanneer de mens zichzelf zoveel mogelijk van fossiele grofheid ontdoet. Een stukje vlees eten bijvoorbeeld (volledig in strijd met yoga maar binnen de fake yoga heel normaal) geeft vergroving aan het menselijk bloed. Dat is tot daaraan toe. Maar de fossiele energie die vrijkomt uit een roterende of zich openende chakra of uit een chakra waar sowieso dynamische aandacht aan gegeven wordt, is gevaarlijker in haar grofheid omdat haar vrijgekomen energie de fijnstoffelijke lagen van het lichaam vergiftigt. En wij weten allemaal: gif kan heerlijk smaken maar je gaat er wel dood aan.

Waarom gebeurde dat vroeger dan niet? is een veelgehoorde vraag. Je kreeg die chakra’s toch niet voor niets? Nee, je kreeg ze niet voor niets, ze hielpen de indaling van het bewustzijn in de stof te stimuleren. De mens leerde daardoor de natuur te doorgronden. De Westerling begon die natuur te onderwerpen, de Oosterling ging haar vergoddelijken. De Nieuwe Tijd is er echter noch van onderwerping noch van vergoddelijking. Het is een tijd van transfiguratie, van overstijging naar een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde.

Voor de mens die blijft hangen aan fossiele krachten en systemen duurt deze weg nog lang. De Nieuwe Tijd kreeg in India een gezicht in de 8e eeuw van onze jaartelling door de geschriften van Shankara, de inleider van de Vedanta. Het ‘einde’(anta) van de Veda zoals deze bedoeld was voor de mens in het oude tijdperk. Het werd nu tijd voor de Upanishad de ‘opkijkende’ (upa) en tegelijkertijd ‘neerzittende’ (nishad) mens, het symbool van de Nieuwe Tijd, de tijd waarin de mens zijn ego (ahamkara) laat neerzitten, dus niet meer op de voorgrond laat staan en toch zijn ogen opricht naar boven, luisterende naar nieuwe geluiden en kijkende naar een nieuwe wereld. Als we het dus yogisch willen beschouwen dan bestaat de gang naar de Nieuwe Tijd ongeveer 1200 jaar. In de mysterietaal van het Westen werd dit echter al 2000 jaar geleden voorzegd door onder andere de woorden: je moet nieuwe wijn niet in oude zakken deponeren want dan zullen zij beiden vergaan. (Luk.5:37).

De wijn staat voor de spirito, de geest, het is nieuwe wijn, dus de nieuwe geest. De zakken staan voor de fossiele vormen, in dit geval de chakra’s. Giet je de nieuwe geest in oude vormen dan zullen zij beiden vergaan. Wat er dus momenteel allemaal plaatsvind noem ik een spirituele dramatiek. Miljoenen zielen die hunkeren naar geestelijke verlichting, naar een samadhische eenwording, naar overstijging van het lager ik, zij allen worden door de macht van fake yoga en  pseudo-spirituele machthebbers op het spoor gezet van de avidya, dat is het niet weten wat er gaande is.

Goed, stél nou dat je de Indiase weg van Vedanta (n.b.: níet de Westerse organisaties met die naam!) of Sâmkhya volgt, dat zijn inwijdingsscholen  die de weg kunnen bereiden naar de Nieuwe Tijd, of je volgt het Christelijk inwijdingsmysterie van de gnosis, en je distantieert je dus bewust van zoveel mogelijk krachten waarvan je geleerd hebt dat ze in deze tijd, tijdens het eind van deze yuga, alleen maar blokkades vormen. Wat gebeurt er dan met jouw chakra’s? Die inwijdingsscholen leren ons dan het volgende: het oude verloop van muladhara tot en met sahasrara, dus van wortel- tot kruinchakra, komt geheel stil te vallen. Dat is noodzakelijk want zonder die stilvalling blijft de ziel ronddwalen in het lawaai van het oude ik, de oude slang, geprogrammeerd in het streven en het strijden.

Na die stilvalling, een wondermooi proces in de mens, wordt het de anahata-chakra die dan het roer overneemt. De anahata zetelt in het hart en haar naam (die in het hedendaagse alternatieve circuit besmeurd wordt door haar te plakken op allerhande louche en zwart-magische praktijken) betekent de ‘ongeschondene’, ‘ongebrokene’. De anahata begint haar eigen rotatie die geheel anders is dan de huidige. Deze kan door het ik niet ingezet worden want het ik heeft plaatsgemaakt voor de nieuwe geest. Ik weet dat er behoorlijk egocentrische yogi’s en vooral Europese en Amerikaanse yogini’s zijn die beweren dat het dit bij hen reeds het geval is, maar zij zijn in de ban van een illusie, zoekend naar aandacht en eer.

De mens in wie de anahata het heeft overgenomen is een discipel die niet roept maar dient. Vanuit deze (1) anahata loopt de volgorde van ontwaking naar de (2) manipura (maag), vervolgens naar de (3) vishudda (keel), dan de (4) milt/heiligbeen (svadishtana), naar (5) het hoofd (ajna), naar (6) de stuit (muladhara) en van daaruit naar (7) de kruin (sahashrara). Een plaat waarin dit met cirkels beschreven staat is van ene Johann Georg Gichtel uit 1696. In zijn boek De Chakra’s beschrijft Charles Leadbeater dit werk maar hij blijkt er zelf weinig van te begrijpen hetgeen hij zelf ook met zoveel woorden zegt. Het mysterieuze werk van Gichtel is een gnostieke uitleg der chakra’s. hun manifestatie wordt niet langer door een handeling aangezet maar is een vanzelfsprekend gevolg van een nieuwe levenshouding.

Wat wij over de chakra's zeggen geldt ook voor de opwekking van de kundalini. De kundalini is een fossiel overblijfsel uit een archaïsche tijd die thans nog alleen de magie dient. Het begrip magie verwijst naar een zekere beheersing over de natuur. In de beginjaren van de evolutie van het menselijk bewustzijn was het noodzakelijk de natuur te beheersen of op z'n minst haar zoveel mogelijk dienstbaar te laten zijn aan wat de mens wilde bereiken. Zij was de Naga, de drager van kennis, de bewaker, de bevorderaar van de vruchtbaarheid. Naga's belonen en doden. Als je aan hen offert, ontvang je krachten en machten, maar voor hetzelfde geld, al naar gelang zij daar een eigen reden voor hebben, doden ze je. Bekend bij de Naga is dat hun oog-blik letterlijk doodt. 

De mens met zijn ontwakende kundalini ontving de kracht van de Naga. Het maakte hem goddelijk en duivels tegelijk. Rondom de tijd van het ontstaan van de Vedanta (8e eeuw) besefte men steeds meer dat de Nieuwe Tijd komende was. De oude Naga, de oude slang, moest sterven en herrijzen als de Ouroboros, de slang die zijn eigen ik verslond. In een voortdurend proces (je ziet dat aan het symbool waarin de slang in zijn eigen staart bijt, een oude alchemische weergave) vindt dat plaats. Het is een gegeven dat de Kundalini yoga momenteel populair is hetgeen alleen maar toeneemt. Ik heb persoonlijk meegemaakt hoe (Indiase) yogi's, die zichzelf kundalini-meester noemden, Westerse vrouwen (hun volgelingen of cursisten) helemaal in hun hypnotische ban kregen en met hen deden wat ze wilden. 

Het zijn kenmerken van de tijd van de transitie waarin wij nu leven. Het nieuwe staat voor de deur, maar de massa houdt vast aan het oude. En het oude doet er van alles aan om haar heerschappij te behouden.  

Lieve lezer(es), houd de gouden glans van yoga zichtbaar door haar niet te bedekken met de schaduwen van je ego.   

 

 

Fotografie en Website: Ray Phils webdesign en fotografie © 2019