De discipel

Lieve lezer(es), wie yogisch leeft neemt een discipelschap op zich. Misschien denk je nu: wat nou weer? Discipelschap? Je zegt: ik doe al járen yoga en leef daar heel goed mee. Is dat discipelschap? Het woord ‘discipel’ is afgeleid van het Latijnse discere, dat is het leren, een leerling zijn. Patâñjali zegt in I:26 dat de Leraar diezelfde Isvara is, want zonder leraar geen leerling. In de Westerse mysterietaal lezen we daarover: ‘zonder Mij kunt je niets doen’ (Joh. 15:5). Maar natuurlijk kun je een hoop doen! Alleen: alles wat je doet blijft jou gevangen houden in de tijdsgevangenschap en in het opkomen, blinken en verzinken van deze wereld. Je mag dertig of veertig jaar lang aan yoga doen zoals je meent dat het goed is. Je bent een ware acrobaat, je zingt mantrische liedjes, je cursisten loven jou en op je yoga-website spettert het er vanaf.  Maar als je wordt dwarsgezeten word je een draak of voel je wanhoop, als je geëerd wordt ben je helemaal het mannetje of het vrouwtje.

Patâñjali wijst erop om de upekshânâm te betrachten, de onverstoorbaarheid ten opzichte van geluk (sukha) en narigheid (dukha). Nee, je hoeft geen stoïcijn te worden! Het gaat om het innerlijk begrip van jezelf. Het gaat erom dat de yogi de prasâdam betracht, dat is een bewustzijnsstaat waarin je je ik overstijgt, want het is voortdurend je ik dat alsmaar zoekt naar bevrediging en alle ellende tracht te ontwijken. Het is je ik dat zwalkt van geluk naar ongeluk, van verlangen naar vermijding en van haat naar liefde en omgekeerd. En geen van die beide polen is bestendig; betracht vriendelijkheid, mededogen en blijmoedigheid, zegt Patâñjali in sutra I:33, dan wordt je denkvermogen gelouterd.

Lieve lezer(es), zonder de Ishvara kun je inderdaad niets doen.

Fotografie en Website: Ray Phils webdesign en fotografie © 2019